zaterdag 6 september 2008

Humor kan fungeren als natuurlijk bindmiddel tussen verschillende volken, doch ook anders

Serendipiteit
Hedenochtend vond ik — in het geheel niet naar zoiets zoekend — tussen divere stapels met opruimingsboeken heel direct achter de winkeldeur van Antiquariaat Isis in Groningen het verderop afgebeelde boekje, dat ik niet kende, ondanks dat het reeds in 1997 werd uitgegeven door de Stichting Ivio, welke eveneens de uitgever van de bekende AO-reeks is. Het boek draagt als titel Gluren bij de buren en als boventitel Humor en diversiteit. De auteurs zijn Adjiedj Bakas en Hetty van Wolde.
Die buren zijn overigens niet heel letterlijk degenen die in dezelfde straat, wijk of stad wonen, zelfs niet in eigen land, maar in staten om ons heen, en in aan ons van oudsher heel direct gelieerde landen: Indië, Suriname, de Antillen. Van lieverlee zijn daar later enkele groeperingen allochtone Nederlanders bijgekomen, die reeds decennia in ons land verblijven en — bewust of niet — mede invloed hebben uitgeoefend op nuances in alledaagse humor.
Het Voorwoord stamt uit de pen van Prof. dr. Rob Tielman, toen voorzitter van de Internationale Humanistische en Ethische Unie.
"Grappen vormen een belangrijk smeermiddel voor onze samenleving," luidt zijn eerste zin, en enkele daarop volgende zijn al even juist: "Zonder kan een maatschappij niet voortbestaan." En dan volgt de stelling dat grappen ook kunnen worden gebruikt om mensen heel erg te kwetsen —"kapot te maken" —, en daar dienen alle mensen van goede wil onder alle omstandigheden waakzaam te blijven. En hoe belangrijk humor ook in bijna alle omstandigheden is, Tielman wil geen grappen tot elke prijs. Zo wil hij niet dat onderdrukkende groeperingen in onze samenleving grappen maken ten koste van mensen die zich niet kunnen verdedigen. Dat daarbij grenzen steeds opnieuw dienen te worden verkend en niet zelden de vrijheid van meningsuiting, en dus van humor, steeds opnieuw moet worden bevochten.

Breed scala
De schrijvers hebben hun best gedaan zoveel mogelijk aspecten van het fenomeen humor aan bod te laten komen; daarvoor hebben ze het boek opgedeeld in twaalf hoofdstukken, die alle een thema behandelen. Zo komt niet alleen de humor in het buitenland aan de orde, maar ook in eigen land en die elders ter wereld. Grappen 'met een kleur' of over mensen die al gerimpeld zijn, worden net zo voorgesteld als die over lichaam en de daaraan verbonden eventuele mankementen, de strijd tussen de sexen — en dan moet het woord sex u juist niet met ks!), de anders geaarden en de zeer diverse geloofsrichtingen, waarbij je in eerste instantie zou moeten denken aan het Jodendom, dat niet zelden van humor aan elkaar hangt. De zelfspot en de mogelijkheid leed om te smelten heeft dat oude volk erin doen slagen toch nog een belangrijk deel van de macht over het eigen wezen te behouden. Overigens zijn Joden niet de enigen die heel goed om zichzelf kunnen lachen.

Beter een goede buur
Voordat het boek afsluit met een literatuuropgave van de beide auteurs, wordt in het hoofdstuk Beter een goede buur nog eens uitgelegd hoe belangrijk een goede verstandhouding tussen elkander nabije individuen, gezinnen, of buren buiten de grenzen kan zijn.
Voorin het nog niet gebruikte exemplaar van het boek dat nu nog slechts 50 eurocent in Isis' laatje hoefde te brengen, lag een antwoordkaart met ruimte voor een eigen mop, die men zo kunnen invullen en daarna de kaart aan de uitgever opsturen, om eventueel te worden opgenomen in een vervolgdeel. Aangezien dat al meer dan een decennium geleden werd gevraagd, lijkt het me beter dat de anekdotische grap, die mij al bij het zien van de titel van dit boek te binnen schoot, hier aan u voor te stellen, aangezien deze heel letterlijk over directe naburige personen gaat.

Verdenking
Een man werd reeds geruime tijd beheerst door verdenking jegens zijn echtgenote, welke allengs sterker werd. Hij vreesde dat ze een intieme verhouding met de directe buurman zou hebben, en daarvan wilde nu hij eindelijk het fijne weten, want alles wat beter dan die immens tergende onzekerheid. Op een dag dat vrouwlief weer boodschappen deed en de buurman eveneens zijn huis had verlaten, ging de geplaagde echtgenoot aan de slag in een kamer die een gemeenschappelijke muur had met de slaapkamer van de buurman. Hij boorde daar achter een schilderij een gat in de muur dat hij met een kurk afdichtte. In het eigen vertrek viel dat gat of de kurk niet op door de aanwezigheid van het schilderij.
Tijdens het weekeinde werd de man des huizes wat onrustig, doordat hij erop gespitst was dat zijn voorbereidingen voor het betrappen van de twee boosdoeners vruchten zouden afwerpen. Die zondagmiddag meldde zijn echtgenote dat ze een wandeling ging maken. Manlief vond het allang best, vooral doordat hij verwachtte dat ze bij de buurman naar binnen zou gaan. Derhalve spitste hij zijn oren en toen hij had vastgesteld dat zijn vermoeden juist was, begaf hij zich naar de voor het betrappen ingerichte plek, waar hij bliksemsnel het schilderij van de muur en de kurk uit het gat verwijderde. Het duurde niet lang of hij zag de beiden tortelend de slaapkamer binnenkomen, zich en elkander uitkleden en in bed stappen. Vervolgens werd het licht aldaar gedoofd.
"Wel verdorie," sprak de inmiddels bloednerveuze, gehoornde man. "Weer die onzekerheid!"

Geen opmerkingen: